Gisteren was ik op de fiets op weg naar de bakker.
Ik passeerde 2 meisjes van een jaar of 18, die net een huis binnen gingen.
‘Welcome zu casa!’, riep de ene trots, de ander glimlachte.
Ik fietste door. In verwarring. Wat had ze nou net gezegd? Langzaam vormde zich in mijn brein een juiste vertaling van deze zin. Ik denk dat dit meisje hoogstwaarschijnlijk erg trots is op haar (nieuwe) huis en dit wil laten weten aan haar vriendin.
Maar waarom die gekke zin? Waarom 3 woorden uit 3 verschillende talen gebruiken? Waarom moeilijk doen als het makkelijk kan?
Huisvrouw
In geschreven taal kom ik dit helaas ook bij herhaling tegen. Zelfs in mijn vakgebied: de jeugdliteratuur. Slechte vertalingen zijn aan de orde van de dag, soms ‘lees je het Engels erdoorheen’. Ook prentenboeken hebben regelmatig erg te lijden onder een slechte vertaling; sommige uitgevers zien vertalen niet als een ambacht, maar meer als een ‘huisvrouwenbezigheidje’ dat iedereen wel kan doen. Te somber? Misschien wel. Gelukkig zijn er ook steeds meer uitgevers die goede schrijvers inzetten om vertalingen voor hen te maken, dit levert vaak geweldige verhalen op, mits de vertaler enigszins de vrije hand heeft gekregen.
Anna Woltz
In het voorjaar werd de Annie MG Schmidt-lezing door kinderboekenschrijfster Anna Woltz gehouden. Zij zei iets dat mij erg raakte. Ik citeer (vrij): ‘Ik denk na over wat ik schrijf’.
Op het eerste gezicht een simpele zin, een simpele constatering en een waarheid als een koe. Maar als je erover na gaat denken kom je al snel tot de conclusie dat het niet zo simpel is. Het lijkt vanzelfsprekend dat je nadenkt over wat je schrijft, maar dat dit regelmatig misgaat is te zien aan alle vaak heftige en ondoordachte reacties op social media.
‘Ik denk na over wat ik schrijf’ is mijns inziens een mooi uitgangspunt voor iedereen die iets doet met taal, en zeker als je schrijft of vertaalt voor kinderen: Denk na over wat je schrijft!