Heel soms overkomt het me dat ik een boek lees dat me volledig omver blaast. Niet heel vaak, maar soms. Bij Bizar gebeurde dit. Wat een boek is dit zeg!
Ik was sowieso al een groot fan van de boeken van Sjoerd Kuyper, van zijn schrijfstijl, van de onderwerpen waarover hij schrijft, van de woorden die hij kiest, van de personen uit zijn boeken en ook van hem zelf. Mijn verwachtingen bij het uitkomen van zijn nieuwste boek, Bizar, waren dan ook hoog gespannen.
Toen ik onlangs op Curaçao was om een schoolbibliotheek op te zetten ben ik gaan lunchen met Sjoerd Kuyper. Ik kende hem al van de tijd dat ik bij uitgeverij Lemniscaat werkte en ik heb in de jaren dat ik voor mezelf begon vaak leuke ontmoetingen met Sjoerd gehad op diverse boeken-bijeenkomsten en presentaties. Dat ik hem ontmoette op Curaçao was ook niet toevallig: Sjoerd verblijft ieder jaar wel een tijd op Curaçao: zijn favoriete plek om te werken en uit te rusten.
Ons gesprek daar kwam op een gegeven moment op zijn nieuwste boek Bizar, dat toen net naar de drukker was gegaan nadat hij ruim zes jaar aan dit boek werkte, zeven verschillende versies schreef en waarvan hij de laatste versie net voor de zestiende keer had doorgenomen.
Tijdens die ontmoeting bekroop mij al het gevoel dat dit een bijzonder boek moest zijn, waar Sjoerd echt zijn ziel en zaligheid in heeft gestopt.
En toen viel het boek bij me op de mat. Een roman met een omvang van ruim 300 pagina’s. Ik ging op de bank zitten en kwam er die dag niet meer af: ik las.
Wat een boek! Ik had al heel gauw door dat ik er echt mijn hoofd goed bij moest houden; dit is niet een boek dat je zo even weg leest, Sjoerd Kuyper maakt het de lezer niet gemakkelijk. Het is, zoals ze dat zo mooi zeggen, een boek voor de geoefende lezer. Het verhaal laat zich niet zo een, twee, drie samenvatten, maar ik doe hier toch een poging.
De vorm waar Sjoerd voor heeft gekozen is een dagboekvorm. We lezen het dagboek van de hoofdpersoon Sallie Mo, een dertienjarig meisje dat hoogbegaafd is en in een soort boekenwereld leeft. Ze leest al haar hele leven en heeft zo geleerd om de wereld om zich heen te structureren en te duiden. Het boeken lezen geeft haar houvast. Ze is geen opvallend meisje, maar dat lijkt ze zelf niet erg te vinden. Ze verdwijnt graag in de achtergrond en observeert haar omgeving. De enige die haar begrijpt is haar overgrootvader opa David. Als hij overlijdt praat Sallie Mo niet meer en haar moeder maakt zich zorgen. Ze wordt naar psychiater dokter Bloem gestuurd die haar opdraagt om drie maanden niet meer te lezen, maar om alles op te schrijven, daarom is ze dit dagboek begonnen.
Samen met haar moeder en een aantal gescheiden vriendinnen van haar moeder en hun kinderen is ze op een camping op een kunstenaarseiland ergens in Nederland. De kinderen zien elkaar daar ieder jaar, ze zijn niet echt vrienden, maar door de vriendschap van hun moeders enigszins tot elkaar veroordeeld. Sallie Mo is verliefd op een van de jongens, Dylan. Ze fantaseert in haar dagboek over hem.
Op een dag vinden de kinderen in de duinen een oude bunker uit de oorlog. Daar houdt het meisje Jackie zich schuil met haar twee broertjes. Ze is weggelopen van huis, uit protest tegen haar vader die een rijke kapitalistische bankier is en miljoenenbonussen krijgt terwijl er zoveel kinderen op de wereld zijn die honger lijden. Er ontspint zich een krankzinnig, bizar (stopwoordje van Sallie Mo) avontuur met dramatische ontwikkelingen waarin feiten en fictie steeds meer door elkaar gaan lopen.
Aan het eind van het boek blijf je met een verbijsterd gevoel achter. Ik had heel erg de neiging om het boek direct nog een keer te lezen. Er zit zo veel in! Literaire verwijzingen, met name naar Hamlet, de held van Sallie Mo, Bijbelse vergelijkingen, zinsnedes uit sprookjes, uitspraken van filosofen vooral van Schopenhauer, een vergelijking met Kaspar Hauser, het houdt niet op.
Tegelijkertijd stipt Kuyper een batterij aan maatschappijkritische thema’s aan, waar Sallie Mo in haar dagboek een mening over geeft, zoals: euthanasie, omgaan met de dood, de hypocrisie van het grootkapitaal, de bankencrisis, vreemdelingenhaat … De lijst lijkt eindeloos.
Toch stoort dat totaal niet en past het echt in de sfeer van het verhaal. In De grote vriendelijke podcast (GVP) van Jaap Friso en Bas Maliepaard was Sjoerd te gast om een uur lang te vertellen over zijn boek. Hier vroeg Jaap ook aan Sjoerd ‘of hij niet kon kiezen’ welk onderwerp hij wilde bespreken, maar was de conclusie dat het veel was wat Sjoerd aanstipt, maar toch niet te veel.
Is het dan een heel serieus en zwaar boek, hoor ik je denken. En nee, dat is het wonderbaarlijke en leuke aan dit boek: het zit vol humor en heel grappige scenes en uitspraken. Ik heb diverse keren hardop moeten lachen. Er zitten zo veel mooie zinnen en observaties in dit boek dat ik het liefst de hele tijd zou willen citeren, maar ik beperk me tot een paar voor mij heel opvallende die de sfeer en stijl van het boek enigszins weergeven:
Dit moet het beste boek van de wereld worden dus eerst avonturen en daarna pas een beetje denken op papier.
Als je Hamlet uit hebt, hoef je eigenlijk nooit meer iets te lezen. Dat heeft dokter Bloem goed gezien.
Ik wil alles precies zo zeggen als ik het denk. Precies zo opschrijven. Er zijn woorden genoeg. Ik moet alles nog leren om het te durven. Eerlijkheid is nergens te koop, die moet je stelen.
Toen ik van dokter Bloem moest gaan leven in plaats van lezen, dacht ik: dan doe ik het meteen goed ook. Ik ga de wereld mooier maken. Zoals ik al schreef: als ik doodga en de wereld is nog net zo’n puinhoop als toen ik werd geboren, heb ik gefaald.
Toen ik nog niet bestond, snapte ik alles, nu ik besta snap ik niks meer. Je kunt je beter maar niet te veel met je leven bemoeien.
Ik kan maar één ding adviseren: lees dit boek! Luister de GVP-podcast, lees recensies en vorm vooral je eigen oordeel. Ik ben heel benieuwd of jullie ook zo enthousiast zijn als ik, dus laat het me vooral weten. Schot voor de boeg: dit boek gaat sowieso hoge ogen gooien als de boekenprijzen weer worden verdeeld…